home | leerstof | oefeningen | video | bronnen | projecten | toetsen | planning | vragen | zoeken

Van ambiguïteit of dubbelzinnigheid is sprake als een zin voor meerdere uitleg vatbaar is. Het is een stijlfout als dat onbedoeld is. Immers, de lezer moet dan energie besteden aan het achterhalen wat de schrijver precies bedoelt.

Zinnen kunnen ambigu zijn doordat er een homoniem in staat (lexicale ambiguïteit), of doordat de zin op verschillende manieren ontleed kan worden (syntactische ambiguïteit).

De volgende voorbeelden demonstreren het tweede.

Syntactische ambiguïteit
  1. Allochtonen voelen zich te snel gediscrimineerd.
    • Allochtonen vinden te snel dat ze gediscrimineerd worden.
    • Allochtonen vinden dat ze te snel gediscrimineerd worden.
  2. We zijn tegenwoordig met steeds minder tevreden.
    • Om tevreden te zijn, hebben we
    • … steeds minder nodig.
    • … steeds meer nodig.
  3. Die varkens zijn te vet om te eten.
    • Die varkens zijn zo vet, dat ze niet meer kunnen eten.
    • Die varkens zijn zo vet, dat we ze niet meer kunnen eten.

Vooral bepalingen maken een zin vaak ambigu, doordat niet altijd duidelijk is waar de bepaling bij hoort.

  1. Mijn dochter is gelukkig getrouwd
    • Gelukkig is het zo, dat mijn dochter getrouwd is.
    • Mijn dochter heeft een gelukkig huwelijk.
  2. De ontevreden patient eist behandeling van haar arts.
    • De patient eist dat haar arts haar behandelt.
    • De patient eist dat haar arts behandeld wordt.
Ook beknopte bijzinnen kunnen ambiguïteit veroorzaken, als van een bepaald zinsdeel niet duidelijk is of het tot de hoofdzin of tot de bijzin behoort.
  1. Binnenkort start de cursus Leer uw hond gehoorzamen.
    • Leer uw hond iets, namelijk: gehoorzamen. (uw hond is voorwerp bij Leer)
    • Leer zelf iets: namelijk: uw hond gehoorzamen. (uw hond is voorwerp bij gehoorzamen)
  2. Hij vraagt zijn zoon een flink bedrag te geven.
    • Hij vraagt zijn zoon om een flink bedrag te geven.
    • Hij vraagt om zijn zoon een flink bedrag te geven.

Meervoudige ambiguïteit

Zinnen kunnen meervoudig ambigu zijn, bijvoorbeeld door een combinatie van bepalingen en beknopte bijzinnen.
  1. Hij belooft zijn vrouw elke dag te bellen.
    • Hij belooft elke dag iets aan zijn vrouw, namelijk: bellen.
    • Hij belooft iets aan zijn vrouw, namelijk: elke dag bellen.
    • Hij belooft elke dag iets, namelijk: zijn vrouw bellen.
    • Hij belooft iets, namelijk: zijn vrouw elke dag bellen.
  2. We hoorden de zangeres gelukkig niet met opzet vals zingen.
Hier zou een tekst van jezelf moeten staan.
Stijlfouten
[rechtsklik: nieuw venster]
Alle behandelde stijlfouten op een rij, inclusief de korte beschrijvingen
Hetzelfde begrip wordt twee keer uitgedrukt met synoniemen.
bovendien ... ook, maar ... echter
Een bepaling noemt een eigenschap die deel uitmaakt van de betekenis van het bepaalde woord.
een ronde cirkel, vette olie
Twee ontkennende woorden in één zin. Logisch heffen ze elkaar op.
Hij ontkende dat hij er niets mee te maken had.
Ook wel telegramstijl genoemd. Functiewoorden, woorden die niet bijdragen aan de betekenis van de zin, worden weggelaten. Prima in spreektaal en reclamefolders, maar niet in zakelijke teksten.
De premier nam de kritiek niet serieus. Een ernstige vergissing.
Door woorden weg te laten klopt de betekenis niet meer. Meestal gaat het mis bij voorwaardelijke bijzinnen en bij vergelijkingen.
Als ik er goed over nadenk, heb je toch gelijk.
Het gehakt van de slager op de hoek is veel minder vet dan de slager van de supermarkt.
Een woord verandert van vorm, soms door associatie met de betekenis, ook wel als het om een leenwoord gaat.
rontonde, pendaal, indentificatie
takke- [Frans attaque beroerte], pakkie-an [Maleis bagian taak]
Woorden of uitdrukkingen worden verward en gemengd: een stukje van de een, een stukje van de ander.
Je felle reactie was geheel overbarig. [overbodig + voorbarig]
Waait het zo hard? Je haar zit helemaal door de war. [door elkaar + in de war]
Je moet de huid niet verkopen voor het avond is.
In plaats van het bedoelde woord, staat er een woord dat er qua klank op lijkt, maar dat iets heel anders betekent. Vaak heeft het malapropisme een komisch effect. De term komt vermoedelijk uit het Frans: mal à propos ongepast
Meneer, ik wil graag een katheter voor mijn spreekbeurt
Ook contextfout genoemd. Van een tweetal woorden die qua vorm, betekenis of beide sterke overeenkomst vertonen, wordt in een bepaalde context net de verkeerde gekozen.
als/dan, hun/hen, te danken aan/te wijten aan, omdat/doordat
Een woord dat een zeer algemene, vage betekenis heeft, neemt de plaats in van een woord dat de bedoeling beter en nauwkeuriger uitdrukt.
___ vindt, heeft plaats verdringt onderwijs wordt gegeven, een verdrag gesloten, het examen afgelegd, slag geleverd].
Ook leenvertaling of calque genoemd. Een woord of woordgroep uit een andere taal wordt vernederlands.
Middels i.p.v. door middel van, zestiger jaren i.p.v. `jaren zestig.
Een register is een stijl die past bij de context. De context wordt bepaald door de situatie en de gesprekspartners. Er zijn verscheidene registers, variërend van zeer informeel tot zeer formeel.
De vijf belangrijkste registers zijn vulgair, informeel, neutraal, formeel, archaïsch.
Letterlijk: tegenspraak in termen. Het gaat om een verbinding tussen woorden die leidt tot een onmogelijkheid.
Een bindend advies, een rustig hardrock-nummer
Een woordgroep of een zin met meer dan een betekenis.
Waar zei de chauffeur dat we moesten uitstappen?
Zij beloofde hem een boek te geven.
Diogenes zoekt wijze mensen met een lantaarn.
Karel beweerde drie keer aangebeld te hebben.
Veel mensen hebben de enquete niet ingevuld.
Bepalingen, bijv. ontkenningen, hebben een bereik: het deel van de zin waar de bepaling betrekking op heeft. Als de bepaling op een onhandige plaats staat, klopt de betekenis niet of ontstaat dubbelzinnigheid.
Iedereen zag Kemkers verschrikt zijn pupil de verkeerde kant op sturen.
Ik wil niet dat je zo lang aan de computer zit.
Verzamelnaam voor stijlfouten waarbij het spaak loopt met beeldspraak:
cliché (gemeenplaats): versleten, voorspelbare beeldspraak,
bombast: gezwollen taalgebruik; overdreven, misplaatste beeldspraak,
beeldontsporing (letterlijke beeldspraak): het gebruikte beeld is letterlijk van toepassing
Ook wel: ontspoorde zin. Een zin bestaat uit twee zinspatronen die niet op elkaar aansluiten.
In het begin kon ik het nog wel volgen, maar hoe verder we kwamen snapte ik er niks meer van.
Tragisch is, dat als je per ongeluk in de verkeerde baan rijdt, wordt je dan meteen gediskwalificeerd.
De formele relatie (persoon, getal, geslacht) tussen twee zinsdelen klopt niet.
1. tussen persoonsvorm en onderwerp
2. tussen verwijswoord en antecedent
Een beknopte bijzin heeft een verzwegen onderwerp. Dat verzwegen onderwerp moet een geschikt antecedent vinden in de hoofdzin, anders volgt een onjuiste interpretatie.
Zonder de vertraging te melden, landde het vliegtuig veel te laat.
In een nevenschikkende zin mag je een zinsdeel in de ene zin weglaten als het al genoemd wordt in de andere zin. Er zijn wel een paar voorwaarden. Als aan die voorwaarden niet is voldaan, heb je een samentrekkingsfout.
*Die man heeft me opgelicht en __ heb ik meteen aangegeven. (ander zinsdeel)
*Ik fluit een liedje en __ mijn hond. (andere betekenis)
In zekere zin een typografische fout. Een deel van een (samengestelde) zin wordt uit die zin losgemaakt en zelfstandig weergegegeven, met een hoofdletter/
losgebroken zinsdeel: Scholieren krijgen gerichte informatie over de blinde hoek van vrachtwagens. Met als doel ongelukken te voorkomen.
verbroken nevenschikking: Het doel van de voorlichting is om ongelukken te voorkomen. Want dat hoort ook bij het bouwen aan de N57.
Tussen twee woorden of zinsdelen die bij elkaar horen is een overvloed aan bepalingen of andere zinsdelen gevoegd. De lezer kan het niet meer volgen en moet de zin twee of drie keer lezen om te weten wat er staat.
De politicus gaf, zonder dat hij vermoedde dat hij daarmee zijn partijgenoten in de tweede kamer in moeilijkheden bracht doordat het nu voor iedereen duidelijk was dat de partij niet op één lijn zat, een interview aan Nova.
De delen van een opsomming of een vergelijking moeten dezelfde grammaticale vorm en functie hebben.
Op mijn verjaardag kreeg ik een scheerapparaat, een doos sigaren en de kriebels van al die aandacht.
De klant maakte bezwaar tegen de lange levertijd, de gescheurde verpakking en dat de prijs niet volgens afspraak was.
Om echt goed te worden in wiskunde is het verstandig om er eerst voor te zorgen alles te snappen en vervolgens dat je veel oefent.
Er zijn drie argumenten voor deze stelling: in de eerste plaats …, in de tweede plaats … ten derde …
Zeeuwen zijn in het algemeen wat stugger dan de gemiddelde Hollander.
Ze zeggen wel dat vroeger alles beter was, maar men vergeet dat ze dat vroeger ook zeiden.
Blijf bij eenmaal gemaakt keuzes, zowel voor de opmaak als voor de tekst zelf. Tussenkoppen kunnen cursief of vetgedrukt zijn, maar wel steeds hetzelfde. VWO kun je met hoofdletters of met kleine letters spellen, maar wel steeds hetzelfde. Het meervoud van gedaante mag gedaanten of gedaantes zijn, maar wel steeds hetzelfde. Enzovoort. Of moet het zijn enzovoorts? Maakt niet uit, als het maar steeds hetzelfde is.
Hetzelfde woord komt hinderlijk vaak terug, waardoor de tekst saai en kinderlijk wordt. Genoemd naar het schoolreisje-opstel: Toen stapten we in de bus, en toen gingen we liedjes zingen, en toen stopten we bij een speeltuin, en toen ging ik op de schommel, …
Een woordgroep die geen betekenis aan de zin toevoegt, maar wel zeer frequent gebruikt wordt. Eigenlijk is het op een gegeven moment dus niets anders dan vulling, zeg maar.
dus, eigenlijk, zeg maar, je weet wel, op een gegeven moment,
De lijdende vorm wordt overmatig gebruikt. De tekst wordt daardoor onpersoonlijk en saai gemaakt.
[] Overmatig gebruik van modale hulpwerkwoorden (kunnen, willen, mogen, moeten, zullen) en modale bijwoordelijke bepalingen, vooral in een brief. Modalitis leidt tot een kruiperige, nederige stijl, die eerder irritatie dan sympathie opwekt.
[] Vermijd, vooral in brieven, om zinnen met ik te beginnen, vooral aan het begin van een alinea, en zeker de eerste.
Klik hier voor de mondelinge versie van deze les.
Klik hier voor de mondelinge versie van deze les.
De term komt uit het Grieks, en betekent zoiets als imperfect, gebrekkig.
uit meerdere delen bestaand
De voorbeelden in (13a) en (14a) zijn trouwens ook op te vatten als een beknopte-bijzinfout, want het verzwegen onderwerp in de bijzin heeft geen antecedent in de hoofdzin. Een gebruikelijke manier om beknopte-bijzinsfouten te verhelpen, namelijk de beknopte bijzin aan te vullen tot een volledige bijzin, werkt hier natuurlijk niet.
Nahuatl is de taal van de oorspronkelijke bewoners van Mexico, onder anderen de Azteken. Er zijn nog ongeveer 1,5 miljoen sprekers.
katheter in plaats van katheder (oorspronkelijk bisschopsstoel)
flamingo in plaats van flamenco
ovulatie eisprong in plaats van ovatie
post-anale in plaats van post-natale
degenererend in plaats van denigrerend
bij schade of verlies
bij opdracht of verplichting
om een gelijkheid aan te geven
bij een vergelijking
overal waar je geen wat gebruikt
- als het antecedent een zin is
- als het antecedent onbepaald is
- na een voorzetsel
- bij een ingesloten antecedent
geeft een reden
geeft een oorzaak
duidelijk dat het zo is
heeft kenmerken van …
door een oorzaak
door een handeling
van een gereedschap
van een persoon
te laag inschatten
te hoog inschatten
niet zeker zijn van een keus
aarzelen, dubben
verstand, toespraak
motief
noemt een doel
noemt een gevolg
onderwerp of lijdend voorwerp
nooit onderwerp of lijdend voorwerp
als meewerkend voorwerp
als lijdend voorwerp of na een voorzetsel
geeft een voorwaarde of een tijdstip
geeft een tijdstip
op voorwaarde dat
behalve als
positief
negatief
vooral, met name
helemaal niet, verre van
kalm
zonder bezwaar
rekenschap, aanspreekbaarheid
taak of plicht
gaan over, betrekking hebben op
aanmerkelijk, belangrijk
verscheidene
door middel van, met behulp van
op een zijspoor zetten, ontslaan
beginnen
op- of aanmerking
ten eerste
noodzakelijk
vroeg of laat
de duurste schoenen
het op twee na hoogste gebouw
ik ken het verhaal
tot elke prijs
de aandacht vestigen op
een kop koffie
De term komt uit het Latijn: contra is tegen; dictio komt van het werkwoord dicere spreken, waar ook Nederlandse woorden als dictee en gedicht van afgeleid zijn.
Homoniem
Twee woorden met dezelfde klankvorm, bijvoorbeeld bank zitmeubel en bank geldinstelling.
Overigens gaan beide wooorden bank terug op hetzelfde woord, namelijk bank aarden wal. Een aarden wal is geschikt om erop te zitten, maar je kunt er ook iets veilig achter opbergen.
het hele werkwoord
Een verwijswoord stemt niet op de grammaticaal juiste manier overeen met het woord dat er feitelijk staat, maar met een begrip dat erdoor wordt opgeroepen. Zie ook de les over incongruentie.
een zinsdeel, dat zelf een zin is.
Dat wil zeggen, geen voegwoord zoals in de gewone bijzin. In een zin als
Klaas probeert [om het karwei vanavond af te hebben],
met de beknopte bijzin tussen rechte haken, is om vermoedelijk wel een voegwoord.
tip5
tip6
reductie: vanaf het voegwoord; voor- en achterwaarts
Piet las een boek en ___ draaide een plaat.
gapping: als eerste de persoonsvorm, daarna ook andere zinsdelen; alleen voorwaarts
Piet las een boek en Karel ___ de krant.
sluicing: de hele zin, alleen een vraagwoord blijft achter; voor- en achterwaarts; ook in bijzinnen
Piet en Karel lazen iets, maar ik weet niet wat ___.
stripping: de hele zin, alleen een ontkenning plus één zinsdeel blijven achter
Piet heeft een mooi boek gelezen, maar Karel ___ niet ____.
De term is afkomstig van de taalpurist Charivarius, die beweerde dat hij een tante had die Betje genoemd werd, die deze fout doorlopend maakte.
De persoonsvorm gaat vooraf aan het onderwerp.
De term passivitis betekent zoiets als de ziekte van de lijdende vorm. Jan Renkema, auteur van Schrijfwijzer, bedacht de term.