home | leerstof | oefeningen | video | bronnen | projecten | toetsen | planning | vragen | zoeken

Het gebruik van hoofdletters is in twee regels te vangen:

Regel 1. Het eerste woord van een zin begint met een hoofdletter.

Regel 2. Een eigennaam krijgt een hoofdletter, een soortnaam niet.

Deze twee regels hebben wel wat uitleg en toelichting nodig.

Onderwerpen
ParagraafVoorbeeld
1. Regel 1: Het eerste woord van een zin Deze zin begint met een hoofdletter.
1.
1.1. Uitzondering 1a: Ingekorte woorden met een apostrof
's Nachts moet je me niet lastig vallen.
1.
1.2. Uitzondering 1b: Cijfers en andere symbolen
80 km/u is veel te snel op dat smalle paadje.
2. Regel 2: Een eigennaam Jan, Afrika, Knorr
2.
2.1. Persoonsnamen
Jan, Piet, Marie
2.1.
2.1.1. Voor- en achternaam
Karel Janssen
2.1.
2.1.2. Voorvoegsels
mevrouw De Boer; mevrouw J. de Boer
2.1.
2.1.3. Persoonsnamen voor voorwerpen
colbert
2.1.
2.1.4. Eigen ontwerp
een echte Van Gogh
2.1.
2.1.5. Afleidingen
reviaans taalgebruik
2.1.
2.1.6. Vernoeming
Het fregatschip Johanna Maria
2.1.
2.1.7. Samenstellingen met een persoonsnaam
een Vogelaarwijk; het dopplereffect
2.
2.2. Aardrijkskundige namen
Vlissingen, de Bosporus
2.2.
2.2.1. Hoofdregel
zomer, het zuiden van Spanje
2.2.
2.2.2. Samenstellingen en afleidingen
Engelandvaarder, een Noord-Koreaan
2.2.
2.2.3. Soort of gebied
serranoham, edammer
2.
2.3. Merknamen
chocomel, aspirine
2.
2.4. Tijd
2.4.
2.4.1. Historische periodes
de middeleeuwen, de ijzertijd
2.4.
2.4.2. Historische gebeurtenissen
de Golfoorlog, de Kristalnacht
2.4.
2.4.3. Feestdagen
Pasen, Valentijnsdag
2.4.
2.4.4. Dagen, maanden, seizoenen
maandag, januari, lente
2.
2.5. Stromingen en overtuigingen
socialisme, islam, renaissance
2.
2.6. Heilige boeken, begrippen, personen
God, goddelijk, de Bijbel, een mooie bijbel
2.
2.6. Heilige boeken
de Bijbel, een mooie bijbel
2.
2.6.1 Heilige begrippen en personen
God, goddelijk, de Schepping, het Scheppingsverhaal

Regel 1: Het eerste woord van een zin

Uitzondering 1a: Ingekorte woorden met een apostrof
Begint een zin met een ingekort woord als 't of 's, dan begint het volgende woord met een hoofdletter.
  1. 's Nachts moet je me niet lastig vallen.
  2. 't Was een jaar geleden, dat ik …
Uitzondering 1b: Cijfers en andere symbolen

Begint een zin met een cijfer of met een ander symbool, dan wordt er geen hoofdletter geschreven.

  1. 80 km/u is veel te snel op dat smalle paadje.
  2. Ω is het symbool waarmee de eenheid van elektrische weerstand wordt aangeduid.

Dit soort zinnen zijn lelijk; een betere keus is vaak om cijfers en symbolen aan het begin van een zin te vermijden door een andere formulering te kiezen.

  1. Een snelheid van 80 km/u is …
  2. Tachtig km/u is …
  3. Op dat smalle paadje is …
  1. De Griekse letter Ω is het symbool waarmee …
  2. De eenheid van elektrische weerstand wordt met het symbool Ω aangeduid.
  3. Het symbool Ω wordt gebruikt om de eenheid van elektrische weerstand aan te duiden.

Regel b: Een eigennaam

Een eigennaam duidt een uniek individu aan; een soortnaam een groep. Het woord individu moet hier begrepen worden als een persoon, een plaats of een zaak.

Eigennamen kunnen personen noemen, dieren, plaatsen, straten, landen, bedrijven, merken, instellingen, kortom alles waar je een naam aan kunt geven.

  1. Jan, Piet, Marie
  2. Karel Janssen
    voor- en achternaam met een hoofdletter
  3. mw. Boersma-van Vliet
    een dubbele naam
  4. Bella, Flappie
    ook dieren hebben een naam
  5. Vlissingen, Middelburg
    plaatsnamen
  6. Den Haag, 's Gravenhage
    plaatsnamen uit twee delen
  7. de Westerschelde
    naam van een rivier; het lidwoord maakt geen deel uit van de naam.
  8. het Kanaal door Walcheren
    naam van een kanaal
  9. restaurant De Tiende Muze
    bedrijfsnaam, soortaanduiding van het bedrijf hoort niet bij de naam
  10. het Scheldemond College
    naam van een school
  11. Zuid-Holland
    naam van een provincie
  12. Knorr
    merknaam, genoemd naar de oprichter, Carl Heinrich Knorr
  13. Mona
    merknaam, niet genoemd naar de oprichter
  14. Ford
    merknaam, genoemd naar de oprichter, Henry Ford
  15. Volvo
    merknaam, niet genoemd naar de oprichters

Een aantal bijzondere gevallen bespreken we apart.

Persoonsnamen
Voor- en achternaam

Zowel de voor- als de achternaam krijgt een hoofdletter.

Voorvoegsels

Voorvoegsels krijgen een kleine letter als ze volgen op een voornaam of een initiaal, anders krijgen ze een hoofdletter.

Voorvoegsel in persoonsnamen
  1. mevrouw De Boer
  2. mevrouw J. de Boer
Persoonsnamen voor voorwerpen

Als iemand's naam onveranderd de naam van een voorwerp wordt, bijvoorbeeld omdat hij het ooit bedacht of uitgevonden heeft, schrijven we een kleine letter. Het gaat hier om een soort- of een type-naam; de naamgever heeft niet het object zelf bedacht.

  1. colbert
    Een herenjasje kan een colbert zijn, ook al is het gemaakt lang nadat Colbert is overleden (1683). Een jasje een colbert te noemen wil niet zeggen dat Colbert het jasje zelf heeft ontworpen, alleen dat hij het type jasje heeft bedacht.
  2. diesel
    Een motor kan een diesel zijn, ook al is hij gefabriceerd lang nadat Diesel is overleden (1913). Een motor een diesel te noemen wil niet zeggen dat Diesel de motor zelf heeft geconstrueerd, alleen dat hij het type motor heeft uitgevonden.
Eigen ontwerp

Heeft de vernoemde persoon het voorwerp zelf persoonlijk gemaakt of ontworpen, dan schrijf je een hoofdletter.

  1. Hij heeft een echte Van Gogh aan de muur hangen.
    ⇒ Vincent van Gogh heeft het geschilderd.
  2. Het colbert dat deze man draagt, is een echte Hugo Boss.
    ⇒ Hugo Boss heeft het ontworpen.
Afleidingen

Afleidingen van persoonsnamen schrijven we met een kleine letter.

Afleidingen van persoonsnamen
  1. reviaans taalgebruik
  2. chomskyaanse taalkunde
  3. homerische vergelijking
  4. je man bobbitten
  5. iemand lynchen
  6. een landeigenaar boycotten
Vernoeming

Bij vernoeming, als iets naar een persoon genoemd wordt, schrijf je een hoofdletter. Dit is bijvoorbeeld vaak bij schepen het geval.

  1. De Queen Elizabeth II is op de rotsen gelopen.
  2. Het fregatschip Johanna Maria
  3. Ontworpen in 1893, werd Dikke Bertha voor het eerst gebruikt tijdens WO I.
Samenstellingen met een persoonsnaam

In een samenstelling met een persoonsnaam houdt de persoonsnaam zijn hoofdletter, als de genoemde (persoon, bedrijf, instelling) zelf iets met het begrip te maken heeft of ernaar genoemd is.

  1. een Beethovenliefhebber
    een liefhebber van (de muziek van) Beethoven
  2. de nieuwe Kluunroman
    de nieuwe roman van Kluun
  3. een El Bulligerecht
    een gerecht op de menukaart van restaurant El Bulli
  4. een Boseluidspreker
    een luidspreker van het merk Bose
  5. de Brezjnevdoctrine
    politieke leerstelling, die inhoudt dat broederlijke solidariteit tussen socialistische staten belangrijker is dan
    nationale soevereiniteit

  6. een Vogelaarwijk
    wijk, die voorkomt op de lijst van veertig probleemwijken, opgesteld door voormalig minister van WWI, Ella Vogelaar.

Als de naam in de samenstelling meer een aanduiding is van de soort of het type, en als de naam verwijst naar de ontdekker of uitvinder, gebruik dan een kleine letter.

  1. dieselmotor
  2. daltonschool
  3. lorentztransformatie
  4. dopplereffect
    effect op waarneming door beweging, waargenomen en beschreven door Doppler
  5. röntgenstraling
    elektromagnetische straling met een iets grotere energie dan zichtbaar licht en ultraviolet

Het is denkbaar dat een begrip zowel met een hoofdletter als een kleine letter gespeld wordt; er is dan betekenisverschil.

Betekenisverschil: Voorbeeld 1, de {Rr}ietveldstoel
De Nederlandse ontwerper Gerrit Rietveld had ideeëen over hoe een stoel eruit hoorde te zien; hij heeft ook zelf stoelen ontworpen.

  1. een Rietveldstoel
    een door Rietveld ontworpen stoel
  2. een rietveldstoel
    een volgens de richtlijnen van Rietveld ontworpen stoel

Betekenisverschil: Voorbeeld 2, de {Ff}ortuynopvatting
Een politicus kan vereenzelvigd worden met het beleid dat hij bepleit. Een bepaalde opvatting die daar bij past, maar niet van die politicus zelf afkomstig is, zou dan toch naar die politicus genoemd kunnen worden. De bedoeling is dan: een bepaald soort opvatting, passend binnen de ideologie van die politicus. We schrijven dan een kleine letter.

Als echter bedoeld wordt: een opvatting van die politicus zelf, dan schrijven we een hoofdletter.

  1. een typische Fortuynopvatting
    Fortuyn hing die opvatting zelf aan.
  2. een typische fortuynopvatting
    Iemand anders hangt die opvatting aan, maar de opvatting past binnen de ideologie van Fortuyn.

Aardrijkskundige namen
Hoofdregel

Aardrijkskundige namen worden met een hoofdletter gespeld.

Niet met een hoofdletter:

Samenstellingen en afleidingen

Samenstellingen en afleidingen op basis van een aardrijkskundige naam worden met een hoofdletter geschreven.

Soort of gebied

Eerder zagen we dat namen naar individuele personen of zaken kunnen verwijzen, of naar soorten. Steeds werd alleen de individueel verwijzende naam met een hoofdletter geschreven. Zie de voorbeelden (7) vs. (8) en (11)) vs. (12).

Bij veel van oorsprong aardrijkskundige namen is dat hetzelfde. Zo is bordeaux natuurlijk een streek in Frankrijk, maar ook een soort wijn. In het laatste geval spellen we een kleine letter. De regel geldt ook voor samenstellingen en afleidingen. Meer voorbeelden:

Aardrijkskundige namen die een soort aanduiden
  1. emmentaler
    kaas
  2. rijnwijn
    wijn
  3. serranoham
    ham
  4. edammer
    kaas
  5. cayennepeper
    peper
  6. chinezen
    heroïne- of cocaïnedamp inhaleren
Merknamen

Een vergelijkbaar verschijnsel doet zich voor bij merknamen. Sommige merken zijn zo succesvol, dat hun naam synoniem wordt met het product. Dan verwijst de term dus eigenlijk naar een soort, en spellen we weer een kleine letter.

  1. aspirine
  2. martini
  3. luxaflex
  4. botox
  5. cruesli
  6. heroïne
  7. spa
  8. thermoskan
  9. zeppelin
  10. chocomel
  11. vaseline
  12. maggi(blokje)
  13. googlen
Tijd
Historische periodes

Historische periodes worden gespeld met een kleine letter.

  1. middeleeuwen
  2. ijzertijd
  3. paleolithicum
Historische gebeurtenissen

Historische gebeurtenissen worden met een hoofdletter geschreven.

  1. Tweede Wereldoorlog
  2. Kristalnacht
  3. Bartholomeusnacht
  4. de Nacht van Schmelzer
Feestdagen

Erkende feestdagen schrijven we met een hoofdletter. Het hoeven niet per se religieuze feestdagen te zijn.

  1. Pasen
  2. Kerstmis
  3. Moederdag
  4. Bevrijdingsdag

Samenstellingen met namen van feestdagen krijgen een kleine letter.

  1. paasdagen
  2. kerstontbijt
  3. valentijnskaart
Dagen, maanden …

Woorden waarmee de tijd ingedeeld wordt, schrijven we met een kleine letter.

dagen van de week
maandag, dinsdag, …
maanden van het jaar
januari, februari, …
de vier seizoenen
zomer, winter, …
Stromingen en overtuigingen

Namen voor stromingen en overtuigingen worden met een kleine letter gespeld. Hieronder vallen onder andere religies, politieke ideologieën, artistiek stromingen, levensfilosofieën.

  1. het christendom
  2. de islam
  3. het socialisme
  4. het neoliberalisme
  5. de renaissance
  6. het postmodernisme
  7. het zenboeddhisme

Ook afleidingen en samenstellingen krijgen een kleine letter.

  1. de jodenvervolging
  2. het christenfundamentalisme
  3. een existentialist
  4. de postmodernen

Ook benamingen voor godsdienstige functies en gebruiken worden niet met een hoofdletter gespeld.

  1. de bisschop van Maastricht
  2. de Sefardische opperrabbijn van Israel
  3. het vrijdagmiddaggebed
  4. het toedienen van de sacramenten
Heilige boeken, begrippen, personen

Heilige boeken, begrippen en personen krijgen een hoofdletter.

Heilige boeken

Als het om de tekst gaat, dan een hoofdletter. Als een exemplaar bedoeld wordt, dan een kleine letter.

  1. In de Bijbel staat wat je wel en niet mag.
  2. Deze bijbel is gedrukt in Antwerpen.
Heilige begrippen en personen

Namen voor heilige begrippen en personen, waarvoor men respect wil uitdrukken, schrijf je met een hoofdletter. Het woord of een naam voor God, evenals voornaamwoorden die naar God verwijzen, vallen ook onder deze regel.

In samenstellingen blijft die hoofdletter behouden, in afleidingen niet.

  1. God
  2. de Heilige Geest
  3. Het Koninkrijk der Hemelen
  4. de Schepping
  5. de Messias
  6. het Scheppingsverhaal
  1. goddelijk inspriratie
  2. een christusbeeld
  3. messiaans gedrag

Wij adviseren christelijke organisaties, omdat die bij alle goede adviezen ook de hulp vragen van de almachtige God, die de mens Eigenhandig gemaakt heeft en sterker is dan elke verslaving. Deze God heeft Zichzelf bekendgemaakt in de Bijbel, het eeuwenoude boek dat ook op internet te vinden is.

uit Dataholic, folder, Stichting ETZ, Alblasserdam 2006

In het citaat in (29) is te zien hoe de regel geïnterpreteerd wordt: let op de hoofdletter van het woord Eigenhandig, die strikt genomen niet uit de regel volgt, en op de kleine letter van het tweede die, die volgens de regel een hoofdletter had moeten zijn; het is immers een (betrekkelijk) voornaamwoord dat naar het woord God verwijst.

Hier zou een tekst van jezelf moeten staan.
Spellingsysteem
[rechtsklik: nieuw venster]
Alle onderdelen van het spellingsysteem, met korte beschrijvingen
Gelede woorden, zoals samenstellingen, schrijf je aan elkaar. Een samenstelling is een woord dat uit twee andere woorden bestaat.
De belangrijkste korte vormen zijn afkortingen (bijv. m.b.t.), initiaalwoorden (bijv. sms), letterwoorden (bijv. havo) en verkortingen (bijv. info).
Telwoorden als alle, enkele worden met een -n geschreven als aan twee voorwaarden voldaan is. (1) Ze zijn zelfstandig gebruikt. (2) Ze verwijzen naar personen.
Bijvoeglijke naamwoorden (en deelwoorden) die voor het zelfstandignaamwoord staan, worden verbogen met een -e. Je schrijft ze zo kort mogelijk op (bijv. de gehate agent).
Een eigennaam begint met een hoofdletter, een soortnaam niet.
Leestekens zijn symbolen die aangeven hoe een tekst gelezen moet worden. Ze bevatten informatie over de structuur en afbakening van zinnen en over met welk intonatiepatroon ze moeten worden uitgesproken.Spellingtekens (apostrof, koppelteken, trema, kuut en graaf) geven aan dat er iets is weggelaten, waar de klemtoon valt, waar de grens ligt in samenstellingen en in afleidingen, dat een klinker op een bepaalde manier wordt uitgesproken of dat een woord is afgebroken op het eind van een regel.
Regelmatige meervoudsvormen maak je met -en of -s. Woorden die op een lange klinker eindigen krijgen een apostrof voor de -s. Als klinkerbotsing dreigt, krijgt de tweede klinker een trema.
Verkleinwoorden maak je door het verkleinwoordsuffix -tje / -je / -pje / -kje / -etje aan een stam te plakken. Bij woorden die op een lange klinker eindigen (bijv. radio) wordt die klinker verdubbeld (radiootje).
We schrijven een tussen-n alleen in samenstellingen, en alleen als (1) het linkerlid een zelfstandig naamwoord is, en (2) het linkerlid geen meervoudsvorm heeft op -s. We schrijven een tussen-s in samenstellingen en afleidingen als de tussenklank /s/ hoorbaar is (bijvoorbeeld dorpskerk). Als het eerste lid op een sisklank eindigt, kijk dan naar een vergelijkbare samenstelling (bijv. stadscentrum, want stadswacht).
Een samenstelling is een geleed woord dat bestaat uit twee andere, zelfstandig voorkomende woorden, bijvoorbeeld huissleutel, vismeel.
Twee zelfstandige naamwoorden worden aaneengeschrijven als ze een betekeniseenheid vormen:
minimuminkomen, operatieassistent, betekeniseenheid
Een combinatie van een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord beschouwen we meestal niet als een samenstelling: een aardig meisje.
Een combinatie van twee zelfstandige naamwoorden, waarvan de eerste een bijvoeglijk naamwoord bij zich heeft, schrijf je aan elkaar: hogesnelheidstrein
Combinaties op basis van een bijvoeglijk naamwoord of een voltooid deelwoord schrijf je aan elkaar: waterdicht, alcoholvrij, vioolspelen, maar gitaar spelen, patat bakken.
De woorden die na een voorzetsel komen, kunnen vervangen worden door er, daar, hier of waar, dat in dat geval voor het voorzetsel staat en er aan vast zit: voor het huis → ervoor.
Getallen tot duizend schrijf je aan elkaar.
Na het woord duizend komt altijd een spatie.
Alle enkelvoudige woorden voor getallen boven de duizend (miljoen, miljard, biljoen, triljoen etc.) staan helemaal los.
Een bijzonder type samenstelling is de woordgroep met een vaste betekenis. Dergelijke woordgroepen heten samenkoppelingen: Zij is een kruidje-roer-me-niet.
- Er staat niets tussen.
- De klemtoon ligt niet op het tweede woord
- Er kan geen bepaling worden toegevoegd.
- De betekenis volgt niet uit de betekenissen van de delen.
teveel / te veel; tenminste / ten minste; tenslotte / ten slotte; tekort / te kort; linkerhand / linker deur
Een splintercompositum ontstaat door van een of meer van de leden van de samenstelling slechts een deel van het woord op te nemen: horeca → hotel restaurant café.
In een kofferwoord versmelt het eerste stuk van het ene woord met het tweede stuk van het tweede woord: smog → smoke + fog
Woorden die zijn opgebouwd uit andere woorden of woorddelen met een zelfstandige betekenis. We onderscheiden
- samenstellingen (bijv,. huisdeur),
- afleidingen (bijv. leraar),
- samenstellende afleidingen (bijv. driewieler) en
- samenkoppelingen (bijv. spring-in-\'t-veld)
Deze woorden heten voornaamwoordelijk bijwoord, omdat ze grammaticaal een bijwoordelijke bepaling vormen.
Woorden met linker of rechter schrijf je aan elkaar als het om paren gaat, anders los.
met betrekking tot
ter attentie van
bijvoorbeeld
voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
belasting toegevoegde waarde
water closet
short message service
hoger algemeen vormend onderwijs
persoonlijk identificatienummer
verwachte aankomsttijd
sexueel overdraagbare aandoening
asociaal persoon
Antilliaan
pedofielenclub (bedoeld wordt: Martijn)
informatie
de heer
mevrouw
meester (in de rechten)
doctor (gepromoveerd)
doctorandus (afgestudeerd aan universiteit)
lett. hij die doctor moet worden
ingenieur (afgestudeerd aan technische hogeschool)
ingenieur (afgestudeerd aan technische universiteit)
professor (eigenlijk geen titel, maar een beroep)
kilometer
volt
hertz
millihertz
megahertz
megabyte
megabit
decibel
Euro
Amerikaanse dollar
Britse pond
Canadese dollar
Japanse yen
Turkse lira
Mexicaanse peso
Deense kroon
Zuid-Afrikaanse rand
Alleen de beginletter(s) worden weergegeven, steeds gevolgd door een punt. Afkortingen worden niet als afkorting uitgesproken.
Bij een initiaalwoord laten we de punten weg. Initiaalwoorden worden wel uitgesproken, door de beginletters te noemen.
Een letterwoord (vakterm: acroniem) lijkt op een initiaalwoord; het verschil is dat je een letterwoord als een woord uitspreekt.
Een verkorting ontstaat door niet de eerste letter te nemen, maar een deel, vaak een of meer lettergrepen, van het woord.
Verkortingen gedragen zich als gewone woorden. Ze worden zonder punten gespeld, en als ze deel uitmaken van een samenstelling is er geen koppelteken nodig, behalve als de verkorting met een hoofdletter gespeld wordt (Vinex-locatie).
Een samenstellingen met een verkorting heet een splinter­compositum.
Een schaal geeft verhoudingen weer, en is dus relatief. Voor geluidssterkte, bijv., geldt dat elke 10dB twee keer zo hard klinkt. Andere bekende schalen zijn de schaal van Beaufort (Bft) voor windkracht en de schaal van Richter voor de kracht van aardbevingen.
Een eenheid is een (absolute) maat voor natuurkundige grootheden.
Valuta kun je op twee manieren afkorten: met het symbool, of met de drieletterige code die verwijst naar het land en naar de naam van de munt. Beide staan voor het bedrag. Als je niet afkort, staat de naam van de munt na het bedrag.
Klinkerbotsing: de verwarring die ontstaat wanneer we twee letters die meestal één klinker of tweeklank voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in een woord toch afzonderlijk moeten lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot verschillende lettergrepen behoren.
[Woordenlijst Nederlandse Taal, Leidraad 7]
In de wetenschappelijke praktijk geldt de strikte definitie dan voor de afkorting zelf; de oplossing van de afkorting is alleen maar van belang als geheugensteun.
We schrijven liever geen hoofdletters midden in een woord, dus als je een samenstelling of een afleiding maakt en het eerste lid eindigt of het tweede begint met een hoofdletter, dan gebruik je een koppelteken.
antikernenergie
anti-Amerikaans

arbowet
BAMA-wet
Desda is een acroniem: Dan en slechts dan als
enkelvoud of meervoud
bepaald of onbepaald
zijdig (mannelijk/vrouwelijk of onzijdig)
De medeklinker wordt verdubbeld, want anders lees je /gerede/
Doordat de e er bijkomt, ontstaat er een nieuws letergreep -te. Daarom hoeft de klinker van de stam niet meer verdubbeld te worden.
De term prenominaal betekent voor een zelfstandig naamwoord; het is afgeleid van de Latijnse woorden pre voor en nomen naamwoord.
De term predicaat betekent (hier) zinsdeel, dat een eigenschap noemt. Voor meer uitleg over het begrip predicatie, zie de lessen daarover bij Grammatica: Zinsdelen: Lessen 6, 19, 21.
Het eerste woord van een zin begint met een hoofdletter.
Begint een zin met een ingekort woord als ’t of ’s, dan begint het volgende woord met een hoofdletter.
Begint een zin met een cijfer of met een ander symbool, dan wordt er geen hoofdletter geschreven.
Een eigennaam begint met een hoofdletter.
Een soortnaam begint met een kleine letter.
Persoonsnamen beginnen met een hoofdletter.
Zowel de voornaam als de achternaam krijgt een hoofdletter.
Voorvoegsels krijgen een kleine letter als ze volgen op een voornaam of een initiaal, anders krijgen ze een hoofdletter.
Als iemand's naam onveranderd de naam van een voorwerp wordt, bijvoorbeeld omdat hij het ooit bedacht of uitgevonden heeft, schrijven we een kleine letter.
Heeft de vernoemde persoon het voorwerp zelf persoonlijk gemaakt of ontworpen, dan schrijf je een hoofdletter.
Afleidingen van persoonsnamen schrijven we met een kleine letter.
Als iets naar een persoon genoemd wordt, schrijf je een hoofdletter.
- In een samenstelling met een persoonsnaam houdt de persoonsnaam zijn hoofdletter, als de genoemde (persoon, bedrijf, instelling) zelf iets met het begrip te maken heeft.
- Als de naam in de samenstelling meer een aanduiding is van de soort of het type, en als de naam verwijst naar de ontdekker of uitvinder, gebruik dan een kleine letter.
Aardrijkskundige namen worden met een hoofdletter gespeld.
Aardrijkskundige namen worden met een hoofdletter gespeld.
Samenstellingen en afleidingen op basis van een aardrijkskundige naam worden met een hoofdletter geschreven.
Aardrijkskundige namen die verwijzen naar een product uit het gebied worden met een kleine letter gespeld.
Als een merknaam synoniem is geworden met het product, schrijven we een kleine letter.
Historische periodes worden gespeld met een kleine letter.
Historische gebeurtenissen worden met een hoofdletter geschreven.
Erkende feestdagen schrijven we met een hoofdletter. Het hoeven niet per se religieuze feestdagen te zijn.
Woorden waarmee de tijd ingedeeld wordt, schrijven we met een kleine letter.
Namen voor stromingen en overtuigingen worden met een kleine letter gespeld.
Heilige boeken, begrippen en personen krijgen een hoofdletter.
Als het om de tekst gaat, dan een hoofdletter. Als een exemplaar bedoeld wordt, dan een kleine letter.
Namen voor heilige begrippen en personen, waarvoor men respect wil uitdrukken, schrijf je met een hoofdletter.
Hij draagt een colbert.
Hij draagt een Hugo Boss.
molotovcocktail
Molotovplan
Het donorprincipe schrijft voor dat de schrijfwijze die de bedenker, uitvinder, eigenaar heeft gekozen wordt gerespecteerd.
Het is de Volkskrant en niet de Volkskrant, omdat het bedrijf het zo zelf spelt.
'taxi's, accu-uitverkoop, ruïne
's middags, bad- en massageolie
café, scène
hét idee van de eeuw
func·tie
Het woord pijpetuitje is een vondst van Hugo Brand Cirstius, Opperlandse taal- en letterkunde.
Het woord bommelding komt uit een sketch van de cabaretier en acteur Ton van Duinhoven.
Bij deze samenstelling staat een koppelteken tussen zon en dag, om te voorkomen dat er zondag gelezen wordt.
De stam, het grondwoord, is de basis van het verkleinwoord. Meestal is dat een zelfstandig naamwoord, maar er bestaan ook verkleinwoorden op basis van een bijvoeglijk naamwoord (groentje, liefje), een voorzetsel (toetje, uitje), een samenkoppeling (vergeet-me-nietje).
de klanken /s/, /z/, /sj/, /ts/, /tsj/, /zj/ en /dzj/;
de letters s, z, c, ch, j