Correctievoorschrift VWO
Voorbereidend
Wetenschappelijk
20 02
Onderwijs
Tijdvak 1
Inzenden scores
Uiterlijk op 29 mei de scores van de
alfabetisch eerste vijf kandidaten per school
op de daartoe verstrekte optisch leesbare
formulieren naar de Citogroep zenden.
200018 CV2
Begin
1 Regels voor de beoordeling
Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42
van het Eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO. Voorts heeft de CEVO op grond
van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO-
94-427 van september 1994) en bekendgemaakt in het Gele Katern van Uitleg, nr. 22a van
28 september 1994.
Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41 en 42 van het
Eindexamenbesluit van belang:
1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven en het
procesverbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt
het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past bij zijn beoordeling de
normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de
CEVO.
2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de
opgaven, de beoordelingsnormen, het procesverbaal en de regels voor het bepalen van de
cijfers onverwijld aan de gecommitteerde toekomen.
3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past bij zijn beoordeling
de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de
CEVO.
4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten
voor het centraal examen vast.
5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op
het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo
nodig naar boven afgerond.
2 Algemene regels
Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVO-
regeling van toepassing:
1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan
iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal
scorepunten van iedere kandidaat.
2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde
scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel.
Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal
scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een
score minder dan 0 punten, zijn niet geoorloofd.
3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels:
3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal
scorepunten toegekend;
3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen
scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel;
3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het antwoordmodel voorkomt en dit
antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk
juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de
geest van het antwoordmodel;
3.4 indien één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd
wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld;
3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord
gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal
het gevraagde aantal;
3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg ontbreekt dan wel foutief is,
worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het antwoordmodel anders is aangegeven;
3.7 indien in het antwoordmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden
door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde
antwoord;
200018 CV2
2
Lees verder
3.8 indien in het antwoordmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat,
behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen.
4 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een toets of in het
antwoordmodel bij die toets een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de
kandidaten alsof toets en antwoordmodel juist zijn.
Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO.
Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het antwoordmodel. Met een eventuele
fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden.
5 Voor deze toets kunnen maximaal 49 scorepunten worden behaald. Scorepunten worden
toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er
worden geen scorepunten vooraf gegeven.
6 Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen.
Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt
meegedeeld aan de directeur.
De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor
omzetting van score naar cijfer (artikel 42, tweede lid, Eindexamenbesluit
VWO/HAVO/MAVO/VBO).
Dit cijfer kan afgelezen worden uit tabellen die beschikbaar worden gesteld. Tevens wordt
er een computerprogramma verspreid waarmee voor alle scores het cijfer berekend kan
worden.
3 Vakspecifieke regels
Voor het vak Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) VWO
zijn de volgende vakspecifieke regels vastgesteld:
1 Teksten met vragen
1.1 Bij de beoordeling van antwoorden op open vragen worden, gelet op de aard van de
opgaven, geen punten afgetrokken voor spelfouten. Voor idiomatische en grammaticale
oneffenheden geldt hetzelfde, tenzij het antwoord er minder juist of zelfs fout door wordt.
1.2 Bij enkele open vragen wordt aangegeven dat de kandidaat zich aan een bepaalde
antwoordlengte moet houden. Indien de kandidaat bij een dergelijke vraag een antwoord
geeft dat inhoudelijk volledig goed is en dat strikt, dus zonder enige overschrijding, binnen
de gegeven antwoordlengte valt, wordt daarvoor een extra deelscore van 1 scorepunt
toegekend.
2 Samenvatting
2.1 De beoordeling van de samenvatting geschiedt aan de hand van een overzicht van in de
opdracht gevraagde informatie-elementen.
2.2 Bij het toekennen van het aantal scorepunten aan de informatie-elementen dient gelet te
worden op de inhoud, samenhang en formulering:
• Inhoud: de informatie-elementen dienen inhoudelijk correct te worden weergegeven.
• Samenhang: indien de kandidaat een aantoonbaar onjuist verband legt tussen twee
informatie-elementen, dient aan één van beide, afhankelijk van de gemaakte fout, geen
punten te worden toegekend.
• Formulering: de weergave van de informatie-elementen moet begrijpelijk zijn voor een
lezer die de uitgangstekst niet kent.
2.3 De totale aftrek voor incorrecte formuleringen en onjuist taalgebruik in de samenvatting
bedraagt maximaal 20% van de te behalen score voor de samenvattingsopgave. In het
antwoordmodel wordt aangegeven om hoeveel aftrekpunten het precies gaat. Uitgangspunt
is dat de kandidaat een samenvatting moet schrijven in volledige zinnen in correct
Nederlands.
200018 CV2
3
Lees verder
Aftrek voor incorrecte formuleringen en onjuist taalgebruik:
Zinsbouwfout:
per fout
-1
Telegramstijl i.p.v. hele zin:
per fout
-1
Interpunctiefout:
1 of 2 fout(en)
-0
3 of meer fouten
-1
Spelfout:
1 fout
-0
2 fouten
-1
3 of meer fouten
-2
Overige taalfouten:
per fout
-1
NB Woorden die bij herhaling op dezelfde manier fout worden gebruikt of gespeld, hoeven
slechts één keer als fout te worden meegeteld.
2.4 Het is de kandidaat toegestaan het genoemde maximumaantal woorden in de
samenvattingsopgave met 10% van het aantal toegestane woorden te overschrijden.
Indien door de kandidaat het aantal toegestane woorden met meer dan 10% wordt
overschreden, worden voor de grotere overschrijding per vijf woorden 2 scorepunten
afgetrokken.
4 Antwoordmodel
Antwoorden
Deel-
scores
Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 punt toegekend.
Tekst 1 De routine van de vernieuwing
1
D
Maximumscore 1
2 voorbeeld
Maximumscore 1
3 vraagstelling
Maximumscore 1
4 constatering
Maximumscore 1
5 uitwerking
6 A
Maximumscore 1
7
„Wij lijken … te worden.” (regels 42-43)
8 B
Maximumscore 2
De kern van een goed antwoord:
9 Kunst heeft vernieuwing gekozen als artistieke waarde bij uitstek / wil non-conformistisch
zijn, maar is (vanwege het achternalopen van de economie / in haar drang tot vernieuwing)
juist niet vernieuwend / juist conformistisch
1
Indien een inhoudelijk volledig goed antwoord niet langer is dan 25 woorden
1
200018 CV2
4
Lees verder
Antwoorden
Deel-
scores
Maximumscore 2
De kern van een goed antwoord:
10
In het geval dat creativiteit tot vernieuwing / wijziging van het bestaande leidt / ingaat
tegen bepaalde verwachtingspatronen
1
Indien een inhoudelijk volledig goed antwoord niet langer is dan 15 woorden
1
11
B
12
A
Maximumscore 2
13
Omdat onze westerse maatschappij wordt gekenmerkt door een overwaardering van het
’nieuwe’ en/of ’originele’, zou het pas écht ’origineel’ / ’nieuw’ zijn, als we eens iets bij
het oude zouden laten / juist níet zouden vernieuwen
1
Indien een inhoudelijk volledig goed antwoord niet langer is dan 40 woorden
1
Maximumscore 2
De kern van een goed antwoord:
14
Vernieuwing is in onze cultuur zo ’gewoon’ geworden, dat zij ontaard is in sleur / routine
of:
Vernieuwing is sleur / routine geworden en is daarom (- paradoxaal genoeg -) niet
werkelijk vernieuwend
1
Indien een inhoudelijk volledig goed antwoord niet langer is dan 20 woorden
1
15
B
16
B
17
C
Maximumscore 2
De kern van een goed antwoord:
18 In tekst 1 wordt consumentengedrag getypeerd als gedrag dat is ingegeven / bepaald /
veroorzaakt door (pathologische) angst voor herhaling / stilstand
1
In fragment 1 wordt consumentengedrag getypeerd als gedrag dat is ingegeven door
consumptiezucht / door het najagen van (materieel) bezit
1
Maximumscore 1
19 routine / sleur
Maximumscore 1
20 destructurering / vrijheid
Maximumscore 1
21 originaliteit / vernieuwing / vernieuwingsdrift
Maximumscore 1
22 hedonisme / vermaak
200018 CV2
5
Lees verder
Antwoorden
Deel-
scores
Tekst 2 Van de straat
In een goede samenvatting (maximumscore 22 punten) moeten de onderstaande informatie-
elementen opgenomen zijn. Om de scores van de samenvatting per onderdeel te kunnen
verwerken, zijn deze afzonderlijke informatie-elementen doorgenummerd van 23 tot en met 28.
(Verschijnsel bij hedendaagse volwassenen)
23
Maximumscore 2
Dwangmatig verlangen naar jeugdigheid
1
bij hedendaagse volwassenen
1
(Verklarende rol kindertijd)
24
Maximumscore 3
Toenemende vervroeging van volwassenwording
1
waardoor volwassenen een onbevangen / ’echte’ kindertijd missen
1
en het ouder worden willen ontkennen
1
(Veranderingen in kindertijd en gevolgen)
25
Maximumscore 7
Vroeger / enkele generaties terug / nog in jaren ’50
1
verkenning van grote mensenwereld (door kinderen)
1
op straat / spelenderwijs en zonder tussenkomst van volwassenen
1
waardoor kinderen vanzelf(sprekend) inzicht in normen / waarden kregen
1
tegenwoordig (daarentegen)
1
ontbreken van spelen op straat / gebrek aan (sociale) ervaring
1
waardoor aanleren normen / waarden moeizaam / willekeurig proces is
1
26
Maximumscore 4
Vroeger ’kwamen’ kinderen zomaar
1
tegenwoordig planmatige komst en benadering van kind
1
opvoeding wordt uitbesteed aan professionals / verantwoordelijkheid wordt bij anderen
gelegd
1
met streven naar snelle volwassenwording / met doel kind zo snel mogelijk op volwassene
te laten lijken
1
27
Maximumscore 4
Vroeger ruimte voor fantasie / dromen
1
tegenwoordig teloorgang kinderlijke fantasie / geen beroep meer op fantasie
1
door economische / commerciële factoren
1
gevolg daarvan: illusieloosheid / depressiviteit / onvrede
1
(Gevreesde verdere ontwikkeling)
28
Maximumscore 2
Onvrede zal (ooit) naar buiten komen
1
als geldingsdrang / wraaklust / imponerend gedrag / intimiderend gedrag
1
200018 CV2
6
Lees verder
Antwoorden
Deel-
scores
29
Regeling met betrekking tot incorrecte formuleringen en onjuist taalgebruik bij de
samenvatting1)
Voor fouten kunnen in totaal maximaal 4 hele scorepunten worden afgetrokken. De
toepassing van de aftrekregeling kan overigens nooit leiden tot een negatieve score bij deze
samenvattingsopgave. De minimumscore voor de opdracht is 0 punten.
Zie de Vakspecifieke regel 2 voor exacte aanwijzingen omtrent aftrek.
30
Regeling met betrekking tot woordgrensoverschrijding bij de samenvatting1)
Voor de eerste overschrijding met 20 woorden dienen geen scorepunten te worden
afgetrokken. Voor elke volgende overschrijding dienen per 5 woorden steeds 2 scorepunten
te worden afgetrokken tot een maximum van 16 scorepunten.
De toepassing van de aftrekregeling kan overigens nooit leiden tot een negatieve score bij
deze samenvattingsopgave. De minimumscore voor de opgave is 0 punten.
Schematisch:
201 - 220: 0 scorepunten aftrek;
221 - 225: 2 scorepunten aftrek;
226 - 230: 4 scorepunten aftrek;
231 - 235: 6 scorepunten aftrek;
236 - 240: 8 scorepunten aftrek;
et cetera, tot een maximale aftrek van 16 punten.
Einde
noot 1
Bij positie 29 en 30 van het ’Formulier voor de corrector’ dienen de eventuele aftrekpunten
aangegeven te worden als een positief getal. Heeft een kandidaat bijvoorbeeld
3 aftrekpunten vanwege incorrect taalgebruik, dan noteert u bij positie 29 een 3. Indien er
geen sprake is van aftrek, dient een 0 te worden ingevuld.
200018 CV2
7